Werktevredenheid analyse
- Je werkhouding
- Is je baan/opdracht passend?
- Je werkomgeving, je leidinggevende en je collega's
- Het bedrijf waar je werkt
- Je carrière en je vakgebied
Werkhouding
1. Heb je over het algemeen plezier in je werk?
A) Ja
B) Nee
2. Je moet je ziekmelden. Hoe vindt u dat?
A) Ik zou het liefst tóch naar mijn werk gaan.
B) Ik ben opgelucht dat ik even niet naar mijn werk hoef.
3. Als iemand naar je werk vraagt, hoe reageer je dan?
A) Ik raak er bijna niet over uitgepraat.
B) Ik reageer stug en breng het gesprek op een ander onderwerp.
4. Werk je het aantal uren waarvoor je bent aangenomen?
A) Ja, soms iets meer of minder.
B) Nee, ik zou veel meer/minder moeten werken.
5. Hoe voel jij je als je 's morgens opstaat?
A) Vol energie. Ik verheug me op het programma van die dag.
B) Een beetje somber. Alleen op dagen dat ik niet hoef te werken, kom ik vrolijk mijn bed uit.
Is je baan/ opdracht passend?
6. Hoe verlopen uw werkdagen?
A) Ze vliegen om. 's Avonds heb ik een moe maar voldaan gevoel.
B) Aan het eind van de dag ben ik òf volkomen uitgeput, òf gaar van verveling.
7. Hoeveel verantwoordelijkheid heb je?
A) Genoeg. Wat ik nu heb, kan ik goed aan en in de toekomst wil ik mijn verantwoordelijkheden uitbreiden.
B) Ik zou veel meer/minder verantwoordelijkheid willen.
8. Kun je in je werk je talenten/energie kwijt?
A) Ja
B) Integendeel, ik doe werk waar ik eigenlijk niet zo goed in ben.
9. Leer je nog nieuwe dingen?
A) Ja, ik leer er nog regelmatig nieuwe dingen bij.
B) Alles wat er in mijn huidige baan te leren valt, had ik jaren geleden ook al onder knie.
10. Hoe reageer je op nieuwe klussen?
A) Enthousiast. Vooral als het een uitdaging voor me is.
B) Ik merk dat ik me steeds vaker probeer te drukken voor belangrijke opdrachten.
Je werkomgeving, je chef en je collega's
11. Wat is je oordeel over je werkomgeving?
A) Prettig.
B) Ik word al depressief als ik eraan denk.
12. Als er op je afdeling iets nodig is komt het er dan ook? En worden alle kantoorbenodigdheden/inrichtingen goed onderhouden?
A) Ja, voor alles wordt probleemloos gezorgd.Fijne werkplek.
B) Nee. Het komt regelmatig voor dat ik mijn werk niet goed kan doen omdat apparatuur niet goed functioneert of de spullen die ik nodig heb er niet zijn.
13. Hoe is je verhouding met je leidinggevende?
A) Goed. Ik voel me bij hem/haar op mijn gemak/gelijkwaardig.
B) Slecht. We liggen elkaar niet echt.
14. Kun je goed overweg met je collega's?
A) Ik pas in het team en weet dat we elkaar respecteren/waarderen.
B) Ik hou me zoveel mogelijk afzijdig. Ze voegen niet zoveel toe aan mijn werk.
15. Telt jouw mening mee bij belangrijke beslissingen?
A) Ja. Ik heb het idee dat mijn mening belangrijk is.
B) Nee. Ik heb geen inspraak en hoor alles pas achteraf.
Het bedrijf waar je werkt
16. Bent je trots op het bedrijf waar je werkt?
A) Ja, ik voel me erg bij de zaak betrokken.
B) Nee, ik heb volstrekt geen band met het bedrijf.
17. Heb je het gevoel dat je gewaardeerd wordt?
A) Ja.
B) Nee, ik krijg zelden een compliment.
18. Is er veel verloop?
A) Nee, juist heel weinig.
B) Ja, veel mensen zijn binnen een paar jaar weer vertrokken.
19. Is het bedrijf financieel gezond?
A) Ja.
B) Nee, er wordt continu bezuinigd en gereorganiseerd.
20. Worden medewerkers op de hoogte gehouden of gevraagd om mee te denken over belangrijke beslissingen?
A) Ja.
B) Nee, we krijgen pas iets te horen als de besluiten al genomen zijn.
Je carrière en je vakgebied
21. Wat vind je van de opleiding die je hebt gevolgd en van het vakgebied waarin je terecht bent gekomen?
A) Ik vind dat ik tot nu toe goede keuzes heb gemaakt.
B) Ergens is er iets misgegaan. Ik zou het liefst iets heel anders gaan doen.
22. Bent je tevreden over je salaris?
A) Ja. Ik verdien marktconform.
B) Nee. Ik vind dat ik te weinig verdien en salarisverhoging is altijd een issue.
23. Is er in de toekomst bij jouw bedrijf of in de markt behoefte aan mensen met jouw kennis en vaardigheden?
A) Dat is er zeker!
B) Daar twijfel ik vaak aan.
24. Heb je een carrière voor jezelf uitgestippeld?
A) Niet tot in detail, maar ik weet welke kant ik op wil en wat ik kan.
B) Ik heb geen idee, wat ik wil en wat ik eigenlijk goed kan.
Categoriseer de A en B antwoorden
Arceer alle A en B-antwoorden per categorie en bepaal vanuit je antwoorden welke categorie de eerste aandacht nodig heeft.
- Je werkhouding
- Is je baan/opdracht passend?
- Je werkomgeving, je leidinggevende en je collega's
- Het bedrijf waar je werkt
- Je carrière en je vakgebied
Trek een conclusie
Heb je meer dan 3 categorieën waar je A antwoorden hebt gegeven, dan kun je best tevreden zijn met je gemaakte keuzes.
Het kan je werk en je energie echter een geweldige impuls geven om dingen die je niet lekker zitten, op te schrijven en hierover in gesprek te gaan met een goede vriend of coach en een eerste stap te zetten om te veranderen wat binnen de mogelijkheden ligt.